Public Gallery 139 OD nr.4

.......juli augustus september 2000. ......

Coen de Jong

artikel 27.1

 

In het werk 'Artikel 27.1' van Coen de Jong speelt het mensbeeld een belangrijke rol. Een metalen harmonicastructuur gevuld met beschilderde glasplaten is aangebracht op de muur. De schildering geeft twee sterk uitvergrote, gerasterde afbeeldingen van handen te zien. Pas als je er iets op afstand langs loopt, is het mogelijk er goed zicht op te krijgen. Nergens valt het werk echter in zijn geheel te overzien.

.

 

Er wordt door de vorm ingespeeld op het ruimtelijk perspectief en de poort als doorgang voor passanten. In het midden is een tekst aangebracht: de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens. Middels deze tekst wordt een verband gelegd met de locatie als onderkomen van het democratisch gekozen stadsbestuur. Door de titel van het werk wordt de speciale aandacht opgeëist voor artikel 27.1 van de verklaring, waarin het recht te genieten van kunst is verwoord. De Jong laat in het werk waarneming, ruimtewerking en maatschappelijke betekenis van de locatie samenvallen.

 

terug .............................verder

index